Balkan Trail: Wat je écht mag verwachten op dit onvergetelijke avontuur

Je wandelt door drie verschillende landen in één week, slaapt onder een sterrenhemel die je nog nooit zo helder hebt gezien, en wordt elke ochtend wakker met een adembenemend berglandschap voor je neus. Welkom bij de Balkan Trail, ook bekend als de “Peaks of the Balkans”, een avontuur dat je perspectief op reizen voor altijd zal veranderen.

Deze wandeltocht brengt je langs ongerepte berglandschappen en authentieke bergdorpjes waar de tijd lijkt stil te staan. De lokale gastvrije bevolking ontvangt je met een grote glimlach terwijl je wandelt door drie unieke landen: Albanië, Montenegro en Kosovo. Onderweg krijg je een unieke kijk in het leven van dit geïsoleerde gebied.

De “Peaks of the Balkans”-route is letterlijk een droom voor elke avontuurlijke wandelliefhebber. De tocht neemt je mee door één van de mooiste natuurgebieden van Europa waarbij je letterlijk grenzen doorbreekt. Deze trektocht won eerder de World Travel & Tourism Award en behoort tot de allermooiste wandelroutes ter wereld. Bovendien is deze route UNESCO werelderfgoed.

De originele Peaks of the Balkans trail is ongeveer 192 kilometer lang en kan weken in beslag nemen. Veel delen daarvan bestaan uit saaie gravel roads en urenlang wandelen door hetzelfde monotone gebied. Wij hebben de route slim ingekort en gefocust op alle absolute must-sees en de meest spectaculaire stukken. Albanië, Kosovo en Montenegro zijn niet de meest eenvoudige landen om zelf een gedetailleerde wandelvakantie te plannen. Daarom hebben we een volledig weekprogramma uitgestippeld dat alleen de mooiste highlights omvat, zodat jij in een vrij korte periode van 5 volle wandeldagen het absolute beste van de “Peaks of the Balkans” kan bewonderen, zonder de saaie tussenstukken.

Wat maakt deze Balkan Trail nu zo uniek? Ten eerste wandel je letterlijk door drie landen zonder dat je een enkele grens ziet; alleen bergen, valleien en ongerepte natuur. Geen drukke toeristische hotspots, geen overvolle wandelpaden, maar wel authentieke ontmoetingen met locals die nog steeds leven zoals hun voorouders dat honderden jaren geleden deden.

De diversiteit is verbazingwekkend. Op één dag wandel je door dichte bossen vol wilde bessen, de volgende dag door kale bergtoppen met panoramische uitzichten die je adem doen stokken. En dan zijn er nog de verborgen parels: kristalheldere bergmeertjes waar je een frisse duik kunt nemen, watervallen waar je je tent naast opslaat, en herdersdorpjes die alleen in de zomer bewoond zijn.

Een leuke weetje: tijdens de communistische periode was dit gebied een verboden zone. Niemand mocht hier komen, waardoor de natuur decennialang onaangeroerd bleef. Dat merk je nog steeds, de biodiversiteit is fenomenaal en je komt diersoorten tegen die elders in Europa zeldzaam geworden zijn.

Je avontuur begint in Tirana, de bruisende hoofdstad van Albanië. Na je aankomst op de luchthaven word je met een shuttle naar het centrum gebracht. Tirana zelf is al een openbaring – kleurrijke gebouwen, gezellige terrasjes en een energie die je meteen laat voelen dat je ergens bijzonders bent aangekomen.

Die eerste avond is perfect om wat rond te slenteren, een lokaal biertje te proeven en je voor te bereiden op wat komen gaat. De spanning en voorpret zijn op dit moment bijna tastbaar!

De tweede dag brengt een vijf uur durende bustocht naar Theth, en wat een rit is dat! Je rijdt door berglandschappen die steeds spectaculairder worden. Theth zelf is een openluchtmuseum – traditionele stenen huizen, vriendelijke gezichten en die iconische lock-in tower (kulla) die je op alle Instagram-foto’s van Albanië ziet.

Bij de familie van Alvaro word je ontvangen alsof je familie bent. Het eten is heerlijk – denk aan verse groenten uit eigen tuin, zelfgemaakte kaas en brood dat nog warm uit de oven komt. ’s Avonds zit je rond het kampvuur onder een sterrenhemel die je thuis nooit ziet. Hier gebeurt iets magisch: je voelt je wereldwijd verbonden maar tegelijkertijd volledig afgesneden van de drukte van het moderne leven.

Dag drie is voor velen het hoogtepunt van hun Balkan Trail. Je wandelt naar de beroemde Valbona Pass op meer dan 1800 meter hoogte. Het pad is gevarieerd; eerst door bossen, dan door alpenweiden, en uiteindelijk over kale rotsen naar de top.

Onderweg zie je Maja e Boshit (2416 meter) imposant oprijzen aan je rechterkant. Maar het echte spektakel wacht op de pas zelf. Daar heb je uitzicht op de complete Valbona-vallei; een groene oase omringd door pieken die boven de 2400 meter uitsteken. De hoogste daarvan is Maja e Jezerces (2694 meter), de op twee na hoogste berg van Albanië.

Als je energie hebt, loop dan nog even door naar het extra uitzichtpunt om de verborgen vallei van Curraj I Epërm te bewonderen. Dit is één van die momenten waarbij je denkt: “Dit kan niet echt zijn, zo mooi!”

Dag vier brengt je naar een compleet andere wereld. Na een rit met een traditioneel busje naar Ceremi wandel je naar Dobërdol, een herdersdorpje dat alleen in de zomer bewoond is. Hier voel je je alsof je honderd jaar terug in de tijd bent gestapt.

De locals leven nog steeds in harmonie met de natuur. Schapen en paarden grazen vrij in de weelderige vallei terwijl de tijd lijkt stil te staan. Het is hier zo stil dat je alleen het geluid van stromend water, grazende dieren en af en toe een belletje hoort.

Die avond wordt je verwelkomd door Bashkimi en zijn familie. Hun verhalen over het leven als seizoensherder zijn fascinerend. Ze vertellen hoe ze elke winter naar beneden trekken en elke zomer terugkeren naar dit paradijs onder het drielandenpunt van Albanië, Kosovo en Montenegro.

Dag vijf is emotioneel zwaar en ongelofelijk mooi tegelijk. Je wandelt naar de Taljanka Peak, het officiële drielandenpunt. Hier sta je letterlijk met één voet in Albanië, één in Kosovo en kijk je uit over Montenegro. Het Karanfil massief torent boven je uit en het uitzicht is werkelijk onbeschrijfelijk.

Tijdens de afdaling naar Lepushe komt je langs veel blauwe bessenstruiken. Locals van beide kanten van de grens klimmen hier omhoog om bessen te oogsten, een klein detail dat laat zien hoe de natuur grenzen overstijgt.

Een belangrijk weetje: in deze regio is veel gevochten tijdens de oorlog en je komt nog gedenktekens tegen langs de route. Kosovo lag vroeger vol mijnen, maar gelukkig zijn deze allemaal opgeruimd en is het pad nu volledig veilig.

Dag zes brengt je van het meer van Plav naar het schilderachtige Vusanje. Het meer van Plav is een juweel, kristalhelder water omringd door imposante bergtoppen. Perfect voor die ochtendduik om je spieren te ontspannen na dagen klimmen.

Het echte spektakel wacht in Vusanje: de Grla waterval. Deze krachtige waterval is zo indrukwekkend dat je er je tent vlak naast opslaat. Het geluid van het water dat naar beneden stormt is de perfecte soundtrack voor een avond onder de sterren.

Onderweg geniet je van panoramische uitzichten over de Accursed Mountains, de vervloekte bergen die hun naam eerlijk verdienen door hun wilde, ongetemde uitstraling. In het Albanees heten ze Bjeshket Nemuna, wat letterlijk “vervloekte bergen” betekent.

Je laatste wandeldag (dag zeven) brengt je terug naar Theth door het meest ruige deel van de “Vervloekte Bergen”. Dit gebied was tijdens het communistische tijdperk een verboden zone, wat het een extra mystieke uitstraling geeft.

Je wandelt door de Ropojana Vallei en steekt opnieuw de grens over naar Albanië, iets wat tot voor kort illegaal was! Je gidsen hebben alle border permits bij zich, dus maak je geen zorgen over papierwerk.

Het hoogtepunt is de Qafa e Pejës pas, de vroegere hoofdweg naar Pejë waar iedereen te voet of met paarden en ezels overheen trok. De daaropvolgende steile afdaling naar Theth wordt omschreven als een van de mooiste stukken van de hele Peaks of the Balkans. Hier ben je blij met je wandelstokken!

Wat je Balkan Trail zo bijzonder maakt, zijn de mensen die je onderweg ontmoet. De gastvrijheid is overweldigend. Je wordt niet gezien als toerist, maar als gast. Families delen hun verhalen, hun eten en hun tradities met een openheid die je hart raakt.

Probeer een paar woorden Albanees, Montenegrijns of Servisch te leren. “Faleminderit” (dank je wel in het Albanees) of “Hvala” (dank je wel in het Servisch) zorgen voor grote glimlachen en openen deuren die je niet verwacht had.

De ideale periode voor je Balkan Trail is van juni tot september. Juli en augustus zijn het warmst, maar ook het drukst. Juni en september bieden perfecte temperaturen en minder mensen op het pad.

Bij slechte weersomstandigheden kan het programma aangepast worden door je gidsen voor de veiligheid. Dit is eerlijk gezegd zeldzaam, maar de bergen verdienen respect.

Na acht dagen keer je terug naar Tirana, maar je bent een ander mens. Je hebt niet alleen drie landen bezocht en ongelofelijke landschappen gezien – je hebt ervaren hoe het voelt om volledig onderdeel te zijn van de natuur.

Je hebt geslapen onder sterren die je nog nooit zo helder hebt gezien, je hebt gegeten aan tafels waar verhalen generaties lang zijn doorgegeven, en je hebt grenzen overschreden die op geen enkele kaart staan – de grenzen van wat je dacht mogelijk te zijn.

De Balkan Trail is meer dan een wandelvakantie. Het is een reis naar jezelf, een ontdekking van wat echt belangrijk is, en een herinnering aan het feit dat de mooiste plekken ter wereld vaak die zijn waar de minste mensen komen.

Die laatste dag, wanneer de shuttlebus je naar de luchthaven van Tirana brengt, kijk je nog één keer achterom naar die bergen die je leven hebben veranderd. En je weet zeker: dit was niet je laatste keer in de Balkan.